Verhalen gegrepen uit het leven van Maurits van Cesarine uit den Delhaize, kleermaker,
voyageur in koffie, kruidenier, duivenmelker en familiekundige te Hofstade.


Home

Leeswijzer

Inhoudstafel

< Vorige

Volgende >


Er zullen zo nog dingen uitkomen
 

Onscherpe, maar enige bewaarde foto waar "de grot" op staat. In het deurgat: Meetjen Cesarine. Op voorgrond: Ons Annemie en neefje Marc. Foto circa '56.

Als kind heb ik alle ziektekes meegemaakt. Mijn ouders hadden daarom een grot geplaceerd op onze hof. Ik heb die later zelf afgebroken om meer plaats te hebben. Achteraf heb ik daar wel veel spijt van gehad.

Eén van die kinderziektes was de “groei”. Veel pijn en geen macht. Ik kon gewoon niet gaan. Het is nog eens geweest dat ze me van de jongensschool naar huis hebben moeten dragen. Ik hoor dat nu niet meer vernoemen, maar ik had dat tamelijk veel. Bij zover dat mijn moeder voor mij een stoel buitenzette. Ze gaf de kinderen een pille om rechtover ons op ‘t straat te komen spelen. Zo kon ik dat meemaken vanuit de winkeldeur. Dat heeft geen jaren geduurd, maar ik heb de “groei” in die periode toch dikwijls eens gehad.

In de Sint-Annastraat waren we met een hele bende; bij de Janssekens met drie jongens, bij de Van Paepeghemmen met vijf jongens - de oudste was dan toch al een beetje ouder - Paul Bockstael, Julien Bruylandt, Roger Bruyland, en dan de meiskes van al die families. Alle avonden was er iets: ofwel was het kaatsen, ofwel was het koers lopen, ofwel eens op onze buik liggen om voor prijskamp ’t meest scheten te laten. Dat gebeurde altijd waar Heijnderickx, de automan, nu woont. Het is een nieuwer huis, het enige huis in de straat met een balkonsken. Daar was toen een blind muurken waar van boven glas op zat. Anders kondt ge erover springen. Tegen dat muurken lagen we dan ’s avonds op onzen buik.

Oudste foto waar Maurits alleen op staat. Toby, het hondje, was een vondeling. Foto circa '30.

Gans de Sint-Annastraat zat buiten, iedereen op zijn stoelken. En de kinderen liepen op ’t straat te spelen. Het was zogezegd “autovrij”. Er reden toen nog zo geen auto’s.

Putje rollen. Dat gebeurde ook rechterover ons, waar Lea nu woont. We maakten putjes in de grond. Zo’n 20 cm van malkanderen. Tien, twaalf putjes, met zoveel als we waren. Ge moest er dan met een balleken naar bollen. Elk had zijn eigen putje. Als het in uw eigen putje was, moesten de anderen gaan lopen en gij moest dat balleken pakken en naar de kinderen smijten. Wie ge kondt raken, kreeg een scherfken in zijn putjen. Een scherfken, een stuk van een jatte of van een teljoor. Wie na een zekeren tijd de meeste scherfkes had, was verloren.
Als we geen scherfkes meer hadden, dan was er wel iemand die thuis een teljoor of een jat liet vallen om aan scherfkes te geraken.
Zo’n onnozel spelleken, maar dat werd veel gedaan.

Met mijn oudere broers trok ik zo niet op. Ik was de jongste thuis. Ik scheelde vijf jaar met Onzen Urbain, mijn jongste broer. In de vakantie gingen we wel dikwijls met gans de bende spelen in het Denderland, in de beek aan het houten brugsken, een plaatsken dat nogal proper gemaakt was: ik, Onzen Urbain, Nest D’Haese, Robert D’Haese, de Janssekens, de Van Paepeghemmekes, gans 't Weyveld. We vingen daar dikwijls puiten. We maakten een kampvuurken, met twee stokken in de grond en een draad over. We staken er die puiten over om puitenbillekes te bakken. In die tijd waren er nog puiten.

Ik weet nog dat we een lange koorde boven in een boom vastmaakten. Als kleine gasten vonden we er ons plezier in met die koorde over de beek te zwieren, naar de andere kant. Onzen Urbain durfde dat niet. Omdat elk met hem lachte en uit schaamte, ging hij het op de lange duur toch eens doen. Een snok en die koorde kaste af. Hij viel, pardaf, in de beek. Hij heeft al zijn kleren moeten uitdoen en boven het vuur te drogen hangen met houten spelden die we gemaakt hadden van stokskes.
 

Zes kinderen uit de Sint-Annastraat voor het uitstalraam van het ouderlijk huis van Maurits. Bovenste rij: Paul Bockstael en Maurits.
Middenste rij: Marie-Louis De Landsheer en Marie-Louis Malfroy.
Onderste rij: Marie-Jeanne De Nil en Justine Boon.
Foto circa '31.

Zelf heb ik drie keer in de beek gelegen. De eerste keer was in de Zijpstraat. Toen dachten ze dat ik verdronken was.

In de Zijpstraat langs de beek lag het gelijk vol boomstammen. We vingen viskes met een schepnetje vanop een boom die half in de beek gerold was. In alle geval stond er toen meer water in de beek als nu. Ik ben van de boom gerezen en in de beek gevallen. Van de schrik zijn de anderen gaan lopen naar de Sint-Annastraat.
Iedereen stond buiten, zoals altijd in de zomer.
“Waar is onze Maurits? Waar is onze Maurits?”
Ik bleef weg.
Op de lange duur kwam het eruit: “Hij is in de beek gevallen!”
Vaneigens liepen ze met vijf, zes man het baantje in om mij te gaan zoeken.
Waternat als ik was, zat ik mij op die bomen te drogen. Maar aan de achterkant, ze konden mij niet zien vanop ’t straat.

In het Denderland ben ik ook eens in de beek gevallen. Hoe dat gekomen is, weet ik niet meer. Waarschijnlijk ook door mij te ver te riskeren.

De derde keer was in de Dender. Zwemmen kon ik niet. Ik kon alle sporten behalve zwemmen.
Martin De Beul had een auto gekocht, een Buick. Een voiture met in het midden een glazen schuifraam in, zodat je afgezonderd zat. Een oude, chique voiture. Hij kocht hem om mee te vluchten, maar hij kon er niet mee rijden. Ons mannen kochten hem over. Die voiture heeft de ganse oorlog onder ‘t stro gestaan, op ’t dorp, op ’t hof van Bessems, bij tante Maria haar nonkel Alfons en zijn zuster, tante Alida. Maar de banden waren eraf. Ze lagen bij ons in de kelder, met talkpoeder ingestreken om niet te versterven.
Ik had een band gepakt en opgepompt om te kunnen zwemmen, om op de Dender te gaan. Ik zat in die band en lag te plodderen. Als ik halfweg de Dender zat, begon die band te lossen. Toen heb ik me wreed moeten weren om aan de kant te geraken. Ik heb van m’n leven niet meer in een band gezeten.

Er zullen zo nog dingen uitkomen.

 


Home

Leeswijzer

Inhoudstafel

< Vorige

Volgende >


Auteur: Bert Deruyck - Karel Van der Slotenstraat 22 - 9308 Hofstade-Aalst - info@bertderuyck.be
Alle foto's, documenten en afbeeldingen: © Maurits Van Neck.
Laatste aanpassing: 18-06-2006.