Verhalen gegrepen uit het leven van Maurits van Cesarine uit den Delhaize, kleermaker,
voyageur in koffie, kruidenier, duivenmelker en familiekundige te Hofstade.


Home

Leeswijzer

Inhoudstafel

< Vorige

 


Een toebaksdoos

Justine Boon was van mijn leeftijd, van mijn klas. Er is nooit iets gebeurd met Justine, ook al was dat dan een serieuzer lief.

Zij ging dat al op haar zeven jaar zeggen tegen Ons Lowies. Nevens ons lag altijd een grote hoop patattenkruid, waar we op een zaterdagnoen in aan het spelen waren. Ons Lowies stond buiten ruiten te kuisen. “Lowiesken," riep Justine, "ik ga met heuren Maurits trouwen.”

Maurits en Ons Lowies - Foto circa 1932.

Als we dan misschien veertien, vijftien jaar waren, liepen we nog achter malkander. Maar van zijn leven geen een beeske gegeven. Niets. We peinzen dat we me elkaar verkeerden, maar we wisten eigenlijk niet wat dat was.

Zoals elke zaterdag waren we te biechten geweest. Ze vroeg me mee naar het pasterijstraatje. Daar gaf ze mij een cadeauken, een blikken toebaksdoos van Rizzla Croix, een merk van sigarettenblaadjes. Ik weet niet meer of dat voor mijn verjaardag was of zo.

In alle geval, ik heb die toebaksdoos bewaard. Ik had die nog tot op de Donk, tot we zeventig jaar geworden zijn. Dan hadden we weer het feest van ons klasgenoten. Justine kwam daar ook altijd naar toe.

We hadden zo onder het bestuur afgesproken geen muziek meer te maken, wel muziek, maar niet meer om te dansen. In de plaats zou iedereen eens een anekdote vertellen uit zijn kinderjaren, uit zijn schooljaren, elk op toer, zo veel mogelijk. Het was ’s zondags in ‘t Clubken te doen, op de hoek van de Hendrik Consciencestraat.

Die toebaksdoos stond op mijn duivenkot, met ringskes in en een stukje krijt, maar gralijk neig beroest.

Ik zeg tegen mama: “Gotterdore, ik ga iets halen”.

“Wa nou?”.

Ik zeg: “Wacht, he!”.

Ik ging boven op het duivenkot en ik kwam terug met die doos.

Ik zeg: “Hier zie, maak me daar ne keer een schuun pakske van.”

Mama zegt: “Wat is dat?”

Ik zeg: “Awel, dat is een cadeauken dat ik ooit van Justine gekregen heb. Ik ga haar dat weer geven, vanachternoen”.

Mama heeft daar een schoon pakske van gemaakt met een striksken aan.

Na ’t eten was het mijn toer voor mijn anekdoteken. Ik zeg dat ik in mijn jonge jaren kennis had gehad, verliefd was geweest op een meiske en dat het afgeraakt was. En dat het nu mijn toer was om het cadeauken dat ze me ooit gegeven had, terug te geven.

Justine is direct rechtgesprongen. “Een toebaksdoos!”, riep ze.


Home

Leeswijzer

Inhoudstafel

< Vorige

 


Auteur: Bert Deruyck - Karel Van der Slotenstraat 22 - 9308 Hofstade-Aalst - info@bertderuyck.be
Alle foto's, documenten en afbeeldingen: © Maurits Van Neck.
Laatste aanpassing: 18-06-2006.